Ontdek of jouw golfset echt bij je past met deze 8 range-oefeningen
Voordat je aanpassingen maakt aan je set of meteen nieuwe clubs koopt: test eerst systematisch. De volgende oefeningen helpen je ontdekken of een club te lang of te kort is, of de shaft te stijf of te zacht, en of loft/lie en clubhead‑keuze matchen met jouw swingtempo en techniek. Voer elke oefening uit met de club(en) waar je twijfels bij hebt. Houd een notitieboekje bij en let op balvlucht, afstand, consistentie en gevoel.
Driver: maximale afstand en richting
Doel: check of de driver lengte, loft en shaftflex bij jouw swing passen.
- Oefening: sla 10 drives met normale swing en meet gemiddelde carry en dispersion.
- Waar op te letten: geslice of hook die niet met techniek verklaard kan worden; veel variatie in afstand; lage ballflight ondanks full swing.
- Interpretatie: veel slice kan duiden op open clubface of te stijf shaft; lage vlucht kan vragen om meer loft of een zachtere shaft. Overweeg een clubfitting als de resultaten inconsistent zijn.
Long irons en hybrids: balvlucht en contact
Doel: bepalen of je lange clubs de gewenste hoogte en consistentie geven.
- Oefening: sla 6 tot 8 ballen met dezelfde club (bijvoorbeeld 3-iron of hybrid) vanaf tee en vanaf de fairway mat.
- Waar op te letten: borstelen van tee of scopen van turf; te veel fat/shallow contact; inconsistentie in launch angle.
- Interpretatie: moeite met turfcontact kan wijzen op shaftlengte of lie‑hoek problemen. Hybrid kan een betere keuze zijn als de long iron te lastig blijft. Lees meer over golfset kiezen.
Mid- en korte ijzers: controle en spin
Doel: controle over afstand en terugkeren (spin) bij approach shots.
- Oefening: kies drie tot vier doelgebieden op de range op verschillende afstanden. Sla telkens 6 ballen met hetzelfde ijzer en noteer waar ze landen en hoeveel spreiding er is.
- Waar op te letten: te weinig spin of te veel toe‑ of afglijden; ballen die hoog en zacht landen vs. laag en rollend.
- Interpretatie: weinig spin kan een sloting van loft of slijtage aan grooves betekenen; te veel variatie kan op gripgrootte of shaftflex wijzen. Zie ook handicap en clubkeuze voor passend advies.
Wedges: korte afstandscontrole en veelzijdigheid
Doel: voelen of wedges juiste loft en bounce hebben voor jouw turfcondities en techniek.
- Oefening: maak een wedge‑cirkel: 6 ballen vanaf verschillende afstanden (10–60 meter) met identieke swingconstructie en noteer carry, spin en consistentie.
- Waar op te letten: ballen die te ver rollen of te weinig stoppen; slechte bunker‑interactie.
- Interpretatie: als wedges niet stoppen zoals je wil, overweeg andere bounce/loft of een aanpassing van loft/lie. Lees meer over loft en lie hoeken.
Kort spel: chippen en pitchen met verschillende clubs
Doel: beoordelen welke clubs je voor kort spel naar behoefte het beste beheerst.
- Oefening: chip 8 ballen naar een doel van 5–10 meter met drie verschillende clubs (bijv. 7‑ijzer, 9‑ijzer, pitching wedge) en let op consistentie in roll en contact.
- Waar op te letten: welke club geeft de prettigste combinatie van carry en roll; welk contact voelt het meest betrouwbaar?
- Interpretatie: als een bepaalde club consequent beter werkt, overweeg die club in jouw standaard set voor certain korte slagen.
Putter: lengte, grip en gevoel
Doel: bepalen of lengte en grip van de putter juiste setup en gulden middellijn geven.
- Oefening: maak 20 putts van 3 meter en 10 putts van 6 meter op de puttinggreen; varieer je stand en kijk naar stroke consistency.
- Waar op te letten: veel misputts door vaste tee of verkeerde ooglijn; oncomfortabele gripdikte.
- Interpretatie: een te dikke of te dunne grip kan je wrists blokkeren of juist teveel laten rollen. Lees meer over gripopties in ons stuk over waarom gripdikte je korte spel kan maken of breken.
Speel je veel in de simulator? vergelijk met echte ballen
Doel: check of simulator‑data overeenkomt met echte ballen op de range.
- Oefening: sla met dezelfde club 20 ballen in de simulator en 20 ballen op de range. Vergelijk carry, spin en dispersion.
- Waar op te letten: grote verschillen in ballflight of afstand.
- Interpretatie: grote verschillen kunnen wijzen op simulatorkalibratie of dat je clubs anders reageren in echte condities. Zie onze gids over simulator en echte baan.
Consistency check: 5-club ronde
Doel: vaststellen of de gapping tussen clubs klopt.
- Oefening: kies vijf clubs verspreid over je set (bijv. driver, 6‑iron, 9‑iron, gap wedge, sand wedge) en sla per club 6 ballen naar een vast doel. Noteer gemiddelde carry en verschillen.
- Waar op te letten: te kleine of te grote afstandsverschillen tussen clubs.
- Interpretatie: een slechte gapping vraagt om een aanpassing in loft of een heroverweging van welke klassen je in je tas hebt. Meer achtergrond vind je bij golfset kiezen.
Wat te doen als een oefening problemen blootlegt
Als je tijdens de oefeningen herhaaldelijk dezelfde problemen ziet (bijv. constante slice met driver, of slechte gapping), zijn er stappen die je kunt nemen zonder direct nieuwe clubs te kopen: experimenteer met gripdikte en -positie, probeer shafts met andere flex of materiaal, of pas loft/lie kleine hoeveelheden aan. Voor structurele verschillen is een professionele clubfitting aan te raden. Lees ook over shaft materialen en loft en lie hoeken om beter begrip te krijgen wat een aanpassing betekent.
Conclusie
Met deze acht range‑oefeningen krijg je snel inzicht of jouw golfset echt bij je past — niet alleen op gevoel, maar op objectieve prestaties zoals afstand, consistentie en balvlucht. Noteer je bevindingen, maak kleine aanpassingen en zoek professionele hulp als patronen blijven terugkomen. Wil je gericht vervolgstappen zetten? Bekijk onze artikelen over clubfitting, of lees verder over het kiezen van een set op maat in golfset kiezen. Kleine wijzigingen kunnen een groot verschil maken in plezier en score.
